Op dinsdag 5 april, 15.30 uur, zullen er Stolpersteine worden geplaatst in IJsselmuiden.
De stenen worden geplaatst voor Willem van Oostenbrugge, Albert Willem van Oostenbrugge en Klara Lakmaaker.
Het gezin van Oostenbrugge verleende in de oorlog onderduik aan het joodse meisje Klara Lakmaaker. Dat gebeurde aan de Tuinstraat 204a, thans Lijnbaanstraat 4.
Deze stenen worden geplaatst op initiatief van Johan de Munnik, hij beschreef de lotgevallen van de fam. van Oostenbrugge en de fam. Lakmaaker in zijn boek “laten we hopen, wat wij willen, maar dragen, wat wij krijgen.” De moeder en het zusje van Klara Lakmaaker zaten destijds ondergedoken bij de ouders van de Munnik.
Na verraad werden vader en zoon van Oostenbrugge en Klara gearresteerd op 1 juli 1944. Zij gingen naar Kamp Amersfoort en kwamen terecht in Neuengamme. Zij overleefden de oorlog niet.
Klara Lakmaaker kwam via Westerbork terecht in Bergen Belsen. Vlak voor de bevrijding van dat kamp ging zij op 11 april 1945 transport. In een trein die later ook wel bekend stond als “het verloren transport” Deze trein rijdt kris kras door Oost Duitsland en wordt op 23 april door de Russen bevrijd.
Het transport verkeerde in erbarmelijke omstandigheden.
De meeste gevangenen waren ziek, vlektyphus. Op 31 mei overlijd Klara in Tröbitz.
Stolperstein Willem de Zwijgerstraat 25
Op vrijdag 8 april, 15.30 uur, zal er een stolperstein geplaatst worden voor het joodse meisje Sientje Elzas.
Initiatiefneemster van deze plaatsing is Gerdien Siedsma, haar ouders wonen op het adres.
De onderduik van Sientje in Kampen
Ze is liefdevol opgevangen door het kinderloze echtpaar van der Klip. Mevrouw van der Klip heeft na de arrestatie op het politiebureau verklaard dat ze het als haar christenplicht zag om Joden onderdak en een schuilplaats te verlenen. De twee politie agenten die de bewuste 11 januari 1944 op de stoep stonden deelden mee dat ze ‘het jodinnetje’ op kwamen halen. Sientje was op dat moment niet thuis en ze hebben hier in de woonkamer, op haar zitten wachten. Op die manier was er ook geen gelegenheid om Sientje te waarschuwen. Bij thuiskomst zag ze dat er een vreemde man in de woonkamer zat en ze gaf hem netjes een hand. Ze werd gearresteerd en meegenomen naar het politiebureau. De volgende dag is ze, zoals ze dat administratief noemden, ‘afgeschreven’. Dit betekende dat ze naar elders werd vervoerd. Dat elders was in haar geval doorvoerkamp Westerbork. Op 25 januari is ze op transport gezet naar Auschwitz, waar ze op 28 januari 1944 onmiddellijk bij aankomst is vergast.
De stolperstein van Sientje Elzas wordt de 50e steen die geplaatst word door de Stichting Kamper Struikelstenen.