Struikelstenen in Kampen

In Kampen liggen 50 struikelstenen. Deze zijn geplaatst op 21 april 2011, 18 juni 2012 en 5 juli 2013 ,  5 september 2013, 

Boven Nieuwstraat 59
1 steen, 21 april 2011

Heintje Vos-Heilbron
In 1924 kwam Heintje, na haar huwelijk met de weduwnaar Koos Vos (1866-1941) naar Kampen vanuit Amsterdam. Zij was geboren in ’s-Graveland.
Vos was borstelmaker en hij woonde aan de Boven Nieuwstraat 59; met zijn eerste echtgenote had hij enkele pleegkinderen gehad. Toen de kinderen van de verderop gelegen christelijke scholen liedjes zongen en zich plagerig gedroegen tegenover vrouw Vos die elke dag haar stoepje boende, ging haar man op een dag naar het schoolhoofd en vroeg om uitleg. Meester P. Treep heeft toen de kinderen bij zich geroepen en hen duidelijk gemaakt dat hun gedragingen ongepast waren. Als dank schonk Vos hem een borstel.
Toen Koos Vos in maart 1941 stierf was dat een gebeurtenis in de straat: de rouwstoet van mannen waarachter een groepje vrouwen die, na een stukje te zijn meegelopen, teruggingen naar het huis van rouw. Heintje Vos bleef daarna alleen achter. Een verzoek in juni 1942 om opgenomen te worden in de Gast- en Proveniershuizen moest onder druk van burgemeester Jhr. Sandberg door de regenten worden afgewezen: “zulks in verband met de tegen de joden reeds genomen en in de toekomst nog te nemen maatregelen”, hoewel zij als inwoonster van de stad daar recht op had en het in verband met haar gezondheid noodzakelijk werd (Sam Hőrchner, Myosotis, 2005, 121).
Op 9 april 1943 werd haar aangezegd dat zij de volgende dag opgehaald zou worden; na een angstige nacht alleen was het zover. Onder belangstelling van klein en groot werd zij op een handkar weggevoerd. Toen de kust ‘veilig’ was hebben buren het huisje opengebroken en gezocht naar kostbaarheden, die zij niet vonden; Heintje was net zo arm geweest als haar buurtgenoten.
In Westerbork is zij op de ziekenafdeling overleden, 27 april 1943. Het lichaam van Heintje Vos-Heilbron werd verast in het kleine crematorium van het kamp. Na de oorlog werd de urn overgebracht naar de joodse begraafplaats te Diemen. Terug naar de oorsprong. De borstel is te zien op de galerij van de voormalige synagoge aan de IJsselkade.

Venestraat 9
4 stenen, 18 juni 2012

Herman Goudsmid Simon Goudsmid Louis Goudsmid Levie (Leo) Goudsmid
Herman Goudsmid
Simon Goudsmid
Louis Goudsmid
Levie (Leo) Goudsmid

Fam. Goudsmid
Herman Goudsmid en zijn 3 zoons Simon Goudsmid, Louis Goudsmid en Levie (Leo) Goudsmid.
Hier woonde de familie Herman Goudsmid en Rebekka Anna Bloemendaal.
Toen omstreeks 1920 de Joodse Gemeente Kampen bijzonder klein was geworden (ongeveer 100 leden), was vooral dit gezin de spil van bewust Joods leven. In het begin van de jaren twintig werd, bij een verbouwing van hun winkel-woning, een Davidsster aangebracht, die behouden bleef bij de verbouwing en restauratie eind vorige eeuw.
De jongste kinderen Leo en Martha waren actief in de Zionistische jeugdbeweging. Moeder, die ook betrokken was bij de bredere Kamper samenleving, stierf in 1929. Herman Goudsmid was kalverenhandelaar.
Louis Goudsmid woonde in 1940 aan de Venestraat te Kampen, het familiehuis

Apeldoornsestraat 18
4 stenen, 18 juni 2012

apeldoornsestraat 18

Fam. Goudsmid

Herman Goudsmid was slager en secretaris van de N. I. Gemeente Kampen.
Vanaf 1936 woonde moeder Aaltje Goudsmid-Nijstad (vermoord Sobibor 15 mei 1943) bij hen in huis. In juli 1942 werd Herman naar een werkkamp gezonden en vervolgens op 2 oktober 1942 met zijn gezin naar Westerbork. Hij werd in Kosel uit de trein gehaald om dwangarbeid te verrichten. Hij is gestorven in een klein Pools dorp Szczedrzyk op 19 december 1942 en daar begraven op een R.K. begraafplaats.
Zijn vrouw Clara Goudsmid-De Lange en zoon Louis Salomon werden vermoord in Auschwitz op 19 oktober 1942.

Van Heutzsplein, aan de IJsselkade Kampen
1 steen 21 april 2011

Abraham van Ploeg
Abraham van Ploeg

Hier werd aan de IJsselkade de Rotterdammer Abraham van Ploeg doodgeschoten.
Bram was in 1941 expeditieknecht bij een lijstenfabriek. Hij was in 1929 gemengd gehuwd met Helena Maria Duiker, rooms-katholiek, en in die huwelijksakte staat dat zijn beroep metaalbewerker is.
Bram en Helena kregen drie dochters, waarvan er één als baby is gestorven. Aan het begin van de oorlog woonden ze in de Jacominastraat 24 op Rotterdam Zuid.
Hij kwam aan de kade aan met een transport van dwangarbeiders die in rijnaken werden vervoerd.
Deze mensen waren gearresteerd tijdens de razzia van Rotterdam op 10 en 11 november 1944. De grootste razzia die de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gehouden.
Bij deze razzia zijn ongeveer 52.000 van de 70.000 mannen tussen 17 en 40 jaar uit Rotterdam en Schiedam weggevoerd, een vrij hoog percentage vergeleken met latere razzia’s in andere steden, toen het verrassingseffect minder groot was.
Een Duitse officier ontdekte dat er zich een jood onder de dwangarbeiders bevond en schoot hem in koelen bloede dood. Dit gebeurde op 13 november 1944, van Ploeg werd 35 jaar.

Oudestraat 155
1 steen, 5 juli 2013

Hilbert van Dijk
Hilbert van Dijk

Hilbert van Dijk

Hier stond de bakkerij van Hilbert van Dijk
(16 juli 1944, Overveen, 36 jr.)
Hilbert van Dijk (‘Arie’) verspreidde vanaf
najaar 1940 illegale lectuur in Kampen en
verleende sedert medio 1942 hulp aan
(joodse) onderduikers. ‘
In de loop van 1943 werd hij een centrale
figuur in de LO en vaste bezoeker van
de regionale en landelijke ‘Beurs’-vergaderingen.
Ook was hij betrokken bij enkele bonnenkraken, zoals in IJsselmuiden.
Toen de LO steeds meer behoefte kreeg aan regelmatige en
voldoende aanvoer van distributiebescheiden, werd besloten
bestaande (en voor de LO opererende) knokploegen te centraliseren, nieuwe te vormen en het KP-werk te coördineren.
Van Dijk kreeg – met I. van der Horst,L. Scheepstra en L.M. Valstar de centrale leiding van de in augustus 1943 opgerichte Landelijke Knokploegen
(medio 1944 opereerden in dit verband ruim 600 KP’ers in tientallen KP’s).
Van Dijk legde contacten met NS-mensen en in gevangenissen, regelde verdelingen van bonkaarten, was – inmiddels ondergedoken in Amsterdam – van maart tot juni 1944 LKP-afgevaardigde in de Kern en vanaf juni schakel tussen LKP- en LO-top. Met J. Post was hij medeorganisator van de tweede overval op het HvB aan de Weteringschans. Op 15 juli 1944 – een uur na de mislukte overval – werden beiden op straat overvallen door de Sipo. Van Dijk ontkwam maar werd kort daarna door buurtbewoners verraden en, gewond, overmeesterd. De volgende dag werd hij doodgeschoten.
Bron: <a href=”http://www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu” rel=”nofollow”>www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu</a>

Oudestraat 133
1 steen, 5 juli 2013

Marinus Post
Marinus Post

Marinus Post.

(‘Evert’) betrok in mei 1940 zijn nieuwe boerderij aan Venedijk 3 onder Kampen. Vanaf de zomer van 1942 verleende hij hulp aan tientallen joodse landgenoten: hij haalde hen over onder te duiken,
gaf hun onderdak in zijn woning en zorgde voor andere adressen,
vooral bij boeren op het Kampereiland.
In de nacht van 26 op 27 juli 1943 werd de boerderij overvallen door de Kampense politie onder leiding van NSB-korpschef J. Boesveld. Tijdens een schietpartij wist Post – in zijn onderbeen geraakt – te ontsnappen.
Zijn echtgenote en 17-jarige zoon Jan werden gearresteerd en verbleven tot de bevrijding in Vught, Ravensbrück en Dachau. De joodse onderduikers werden ontdekt in een schuilhut achter de boerderij en weggevoerd. Vijf dagen later brandde de boerderij af. Na enige tijd in Barendrecht te zijn ondergedoken, verbleef Post meestal in Leiden. Van eind 1943 tot medio 1944 was hij – eerst in de KP van zijn broer Johannes, vanaf januari 1944 als hoofd van zijn eigen KP-Evert – betrokken bij meer dan tien overvallen op distributiekantoren en gemeentehuizen in Zuid-Holland, Gelderland en Overijssel. Een deel van de buitgemaakte bonkaarten werd ter beschikking gesteld van de Trouw-organisatie. Op 20 oktober 1944 – terwijl de geplande liquidatie van de Tsjechisch-joodse Sipo-agent Rudi Pollak aanstaande was – werd Post, bewapend, in Amsterdam gearresteerd en op 17 november 1944 in Alkmaar gefusilleerd.Bron: <a href=”http://www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu” rel=”nofollow”>www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu</a>

Oudestraat 114
4 stenen, 21 april 2011

oudestraat-114

Fam. Rudelsheim

In dit pand, waar thans Jeroen Beekman mode is gevestigd woonde de familie Rudelsheim.
Zij hadden hier een militaire- en burgerkleermakerij.
Vader Hartog (53) en moeder Margaretha (49) werden vermoord in Auschwitz op 27 november 1942.
De namen van hun beide zoons Simon Hartog (24) en Hartog Jacob (21) ontbreken op de steen aan de synagoge. Zij studeerden en woonden niet meer thuis. Siep (Simon) stierf in midden Europa op 31 maart 1944, zijn broer Hans (Hartog) stierf in Sobibor op 2 juli 1943.

Okmastraat 28
1 steen 18 juni 2012

okmastraat-28

Sophia Boektje
Sophia Boektje woonde bij haar ouders.
Na het overlijden van haar moeder
Betje Boektje-Brest, in 1937, trok zij bij haar
zuster Klara Goudsmid-Boektje aan de
Gasthuisstraat in. Wegens invaliditeit werd
zij verzorgd door het Groene Kruis.
Na de deportatie van haar familie in november 1942 werd zij liefderijk opgenomen bij de familie Wolf van der Hoeden, oud-journalist.
Zij werd in april 1943 alsnog gedeporteerd. Met een taxi werd
zij vanaf het Politiebureau aan de Botermarkt naar Vught gebracht. Zij werd vermoord op 16 april 1943 in Sobibor.

Hofstraat 69
2 stenen, 5 juli 2013

hofstraat-69
Gebr. van Gelderen.
Hier woonden de gebroeders Van Gelderen. Zij behoorden tot de vier joodse Kampenaren die op 15 juli 1942 werden opgeroepen voor de werkkampen. Het bleek een val, begin oktober van dat jaar werden zij gedeporteerd naar kamp Westerbork, en vandaar naar Auschwitz.
Maurits van Gelderen (Auschwitz, 26 oktober 1942, 52 jr.) en
Arie van Gelderen (Auschwitz, 1 december 1942, 37 jr.)
Hun vader was Ezechiël van Gelderen (struikelsteen voorlopig bij het vm. Ziekenhuis)
Het gezin Van Gelderen woonde oorspronkelijk in de Heerensmitsteeg 15. De grootvader Gompert van Gelderen handelde in steengoed, na zijn dood voortgezet door zijn vrouw Judith de Lange en de zoons, later door de kleinzoons. Arie gaf muziekles aan buurtgenoten die van zijn spel genoten.

Hofstraat 59
2 stenen, 5 juli 2013

hofstraat-59
Echtpaar van Gelderen

Hier woonden Mozes van Gelderen (30 april 1943, Sobibor, 68 jr) en Vrouwke Elisabeth van Gelderen-van Raalte.
(30 april 1943, Sobibor, 61 jr.). Zij werden op 10 april 1943 vanuit hun huis gedeporteerd naar Westerbork.
Mozes van Gelderen was een textielkoopman.
Beneden was het pakhuis, de woning op de verdieping.
Het gezin had drie dochters waarvan er twee jong overleden.
Betje in 1916 (9 jaar) en Henriette in 1923 (20 jaar).
De derde dochter Esther was gehuwd met een Nederlandse officier en vertrok voor het uitbreken van de oorlog naar Nederlands Indië, zij overleefde de oorlog.Zij onthulde de gedenksteen aan degerestaureerde voormalige synagoge
in december 1984.

Hendrik van Viandenstraat 72
4 Stenen, 18 juni 2012

hendrik-van-viandenstraat-72_13950511138_o
Fam. Vos
Jacob Vos en Saartje de Lange kregen
twee kinderen,
Sara Lina (1924) en Joseph Karel (1931)
Het verhaal van Jopie Vos is opgetekend
in het boekje
“Kinderen, verhalen van de oorlog”
van Daan van Driel en Jaap van Gelderen

Geerstraat 25
3 stenen, 5 juli 2013

geerstraat-25_13950497860_o
Fam. Hefter.
Op dit adres woonde de familie Hefter. De van oorsprong Roemeens/joodse familie vluchtte eind 1938 vanuit Berlijn naar Nederland. In oktober 1940 werd hen Kampen als verblijfsadres toegewezen.
De Hefters werden in eerste instantie niet tegelijk met de overige Kamper joden gedeporteerd omdat Roemenië niet in oorlog was met Duitsland. Daardoor verbleven zij langer in Westerbork dan de andere Kampenaren.
Vader Philipp Hefter overleed te Buchenwald
(19 april 1945) op de leeftijd van 60 jaar. Moeder Regina Hefter-Koritzer overleed op in Ravensbrück (15 januari 1945), zij werd 54 jaar oud.
Zoon Berthold Siegfried Hefter overleed in midden-Duitsland, tussen Flossenburg en Dachau (28 april 1945), hij werd 32 jaar oud. (Hij studeerde in Berlijn voor jurist). In kamp Westerbork was hij in het huwelijk getreden met Nannette Leefsma, zij heeft de oorlog overleefd in het kamp Ravensbrück.

Gasthuisstraat 7
4 stenen, 21 april 2011

gasthuisstraat-7_14137392064_o
Fam. Goudsmid
Hier woonde de weduwe
Klara Hermanna Goudsmid-Boektje  bij haar vader samen met haar zoontjes Jozef en Louis.
Zij had hier een textielzaak.
Klara (40) werd met Jozef (6) en Louis (8) vermoord in Auschwitz op 27 november 1942
Bij haar in woonde haar vader, de weduwnaar Jozef Boektje, hij werd vermoord in Auschwitz op 3 december 1942, 84 jaar oud.

Oudestraat 39 
7 stenen 21 april 2011

SONY DSC

Fam. Boektje

Jacob Boektje (53), en zijn echtgenote Vrouwtje Boektje-Schaap (49)
woonden op nr. 39a, boven. Jacob en Vrouwtje doken onder, eerst in Zalk, later elders. Na verraad kwamen zij via Westerbork in Auschwitz terecht, waar beiden op 6 september 1944 werden vermoord.
Op nr. 39 woonde de familie Boektje.
Salomon Boektje (45) had hier een zaak in lampen en huishoudelijke artikelen. Later kwamen daar sportartikelen bij.
Salomon was voorzitter van de Ned. Isr. Gemeente te Kampen.
Hij stierf op 24 januari 1945, in Auschwitz, enkele dagen voordat het kamp door de Russen werd bevrijd.
Zijn vrouw Esther Boektje-Cohen (49), en zijn dochters Saartje Betje (21), en Betje Sophie (15) werden vermoord op 3 december 1942 in Auschwitz.
Zoon Jozef Marcus (22)studeerde in Amsterdam. Hij werd samen met zijn vrouw Anna Cozijn vermoord op 13 april 1942 te Auschwitz.

Burgwal 45, ingang Margaretha
1 steen geplaatst op 18 juni 2012 (voor ingang Myosotis Engelenbergplantsoen) Later verplaatst naar het juiste adres aan de Burgwal.

engelenbergplantsoen_14134190262_o

Ezechiёl van Gelderen

Ezechiёl van Gelderen woonde sinds 1938 in de Gast- en Proveniershuizen aan de Boven Nieuwstraat 46, de voorloper van het huidige ‘IJsselheem’.
Hij was een kleinzoon van de joodse schoolmeester Levi Joseph van Gelderen te Kampen. Zijn ouders Gompert van Gelderen en Judith de Lange waren kooplui in steengoed. Vader was een geleerde in Joodse studies, moeder dreef de handel.
Uit zijn huwelijk met Jetje Zwart (1861-1917) werden 3 zoons, Maurits, Levie en Arie, en 2 dochters, Rebecca en Henriette, geboren. Van hun 12 afstammelingen overleefde 1 kleinkind de oorlog.

Deze steen werd in eerste instantie geplaatst voor Myosotis aan het Engelenbergplantsoen, dit vanwege het feit dat het oorspronkelijke adres niet beschikbaar was wegens verbouwing. In november 2016 is de steen verhuisd naar de huidige plek aan de Burgwal 45, de voorkant van het complex waar zich eerder de Gast-en Proveniershuizen bevonden. Vanwege het feit dat de achterkant van het complex minder geschikt is om een herdenkingssteen te plaatsen is ervoor gekozen om deze aan de voorzijde te plaatsen. In de hal van Margaretha hangt een bordje dat herinnert aan Ezechiël van Gelderen

Emmastraat 2
1 steen, 5 juli 2013

emmastraat-2_14133815321_o

Izak van der Horst.
‘Jacques’ is klerk van beroep en woont hier met zijn vrouw en hun vier kinderen.
Tijdens de oorlog raakt hij betrokken bij verzetswerk in Kampen.
Langzaamaan wordt hij een belangrijke figuur binnen de Landelijke hulp aan Onderduikers (LO). In 1943 vangt de LO zoveel mensen op dat het lastig wordt om alle onderduikers van voedsel te voorzien. Er wordt dan besloten om een afdeling in het leven te roepen die zich bezig gaat houden met overvallen op distributiekantoren, de LKP – de Landelijke Knok Ploegen. Jacques is betrokken bij de oprichting van de LKP, hij bekleedt een belangrijke functie en werkt onder meer samen met Bertus Valstar.
Op 14 juni 1944 wordt hij gearresteerd op het station van Zwolle. Hij wordt gevangen gezet in Het Oranje Hotel en overgebracht naar kamp Vught. Op 4 september 1944 wordt Van der Horst nabij dit kamp door de Duitsers gefusilleerd.
Bron: website nmkampvught

Broederweg 19
1 steen, 21 april 2011

broederweg-19_14133812941_o

dr. Roelof Jan Dam.

Roelof Jan Dam woonde met vrouw en drie kinderen op het adres Broederweg 19 te Kampen, thans onderdeel van de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).
De classicus Dam was verbonden aan het
Gereformeerd Gymnasium te Kampen,
eerst als leraar, vanaf 1930 als rector;
in 1936 werd hij tevens lector aan de
Theologische School.
Hij was streng en rechtvaardig,
maar niet zonder humor.
Al vroeg onderkende hij het antichristelijk
karakter van het Nationaalsocialisme, zijn leerlingen wisten waar hij stond. Van meet af aan was hij betrokken bij allerlei vormen van verzet: de Lunterense kring van theologen; het Schoolverzet; de illegale Antirevolutionaire Partij en rond het illegale Trouw. Hij nam daarbij dezelfde risico’s als jongere verzetsmannen en koeriersters, die hij met raad en daad bijstond. In maart 1945 verbleef hij op verzoek van zijn geestverwant prof. K. Schilder te Assen om daar de “vrijmaking” mede vorm te geven. Het verzet in en rond Assen had in die tijd gevoelige verliezen geleden en toen Dam (onder de naam Maas) met illegale bladen naar Groningen vertrok, werd hij onderweg gearresteerd. Hij kwam uiteindelijk in het beruchte Scholtenshuis te Groningen terecht waar hij gemarteld zou worden; hij greep toen naar een pistool maar werd bij die actie zelf in het been geschoten. Voor een operatie werd hij naar het Academisch Ziekenhuis overgebracht; het verzet kreeg echter geen toestemming hem daar te bevrijden vanwege de te grote risico’s van represailles. In begin april werd hij teruggebracht naar het Politiebureau te Assen en op 10 april 1945 doodgeschoten in een groep van tien man nabij het Asser bos. Op 17 april, de dag van de bevrijding van de stad, kwam dit bericht aan in Kampen. Dr. Dam werd herbegraven op de Algemene Begraafplaats te IJsselmuiden. In Kampen is een straat naar hem genoemd.

Broederweg 21
1 Steen, 21 april 2011

broedereweg-21_14134196642_o

Ruben van Boele
Ruben van Boele was getrouwd met Marie Vermeulen.
Marie stamde uit een socialistisch milieu waar niet minder dan zes meiden (nichtjes) met een joodse jongen thuiskwamen, die zij bij de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) hadden leren kennen. Er werden geen kinderen geboren.
Met compagnon Nijenhuis had hij een fabriek (Nij Bo, aan de IJsselkade) waar schorten werden gemaakt voor C. & A.
Ru was de verkoopleider. Marie van Boele zette in haar grote woning aan de Broederweg een pension op. Zij was, op hoge leeftijd reeds, eregast bij de opening van de gerestaureerde voormalige synagoge aan de IJsselkade in 1984
Ruben van Boele werd vermoord in Auschwitz,
op 30 november 1942, hij was 45 jaar
Van Boele hier met zijn vrouw Marie Vermeulen.
Ruben van Boele was handelsreiziger.
Marie stamde uit een socialistisch milieu waar niet minder dan zes meiden (nichtjes) met een joodse jongen thuiskwamen, die zij bij de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) hadden leren kennen. Er werden geen kinderen geboren.
Met compagnon Nijenhuis had hij een fabriek (Nij Bo, aan de IJsselkade) waar schorten werden gemaakt voor C. & A.
Ru was de verkoopleider. Marie van Boele zette in haar grote woning aan de Broederweg een pension op. Zij was, op hoge leeftijd reeds, eregast bij de opening van de gerestaureerde voormalige synagoge aan de IJsselkade in 1984
Ruben van Boele werd vermoord in Auschwitz,
op 30 november 1942, hij was 45 jaar.

Bavinckstraat 19

bavinckstraat 19

Sientje Goudsmid-Leip (Vos) was weduwe van Joël Goudsmid (1867-1941).
Zij woonde lange jaren op Graafschap 6 en in april 1939 verhuisde ze naar de Bavinckstraat. Een dochter, Hinderika (1908) woonde met haar man Maurits Rozeveld en kind te Assen. De tweede dochter, Johanna Goudsmid, was thuiswonend. Moeder en dochter werden op 27 november 1942 vermoord in Auschwitz.

Burgemeester Berghuisplein, ingang stadhuis
1 steen, 5 september 2013

Hendrik Bos
Hendrik Bos

Een bijzondere steen. Een steen met symboliek. Deze steen is niet voor het voormalig woonhuis van Hendrik Bos in de Apeldoornsestraat, toen nog Galléstraat, gelegd.
Hendrik Bos, van huis uit sigarenmaker, was raadslid voor de Christen Democratische Unie, een partij waar sociaal denken en pacifisme kernwaarden waren. Een partij die door andere partijen, juist door die pacifistische houding, soms met argusogen werd bekeken.
In Kampen was een kleine groep sympathisanten voor de geweldloze en sociale idealen van de CDU. In 1936 werd Hendrik Bos gekozen als hun voorman in de gemeenteraad.
In 1942 raakte het echtpaar Bos betrokken bij hulp aan Joden die onderdak zochten. In februari 1943 kwam het echtpaar Siegfried Isaacson en Clothilde Kaatje Lievendag, bij de familie Bos te Kampen. Zij waren afkomstig uit Hengelo (O). Hij was ingenieur, zij hadden 3 kinderen, die de oorlog hebben overleefd. Een kennis van de familie bracht eens per maand geld en bonnen naar de Galléstraat vanuit Hengelo als koerierster. Zij was echter loslippig geweest tegen haar dienstmeisje die deze maandelijkse trip verried aan haar vriend, een foute politieman. De laatste is op 14 april 1944 met twee andere Hengelose politiemannen naar Kampen gereisd en zij hebben toen Bos, het echtpaar, en de koerierster gearresteerd. Mevrouw Bos was niet thuis.
Hendrik Bos kwam via het kamp Vught uiteindelijk in Buchenwald terecht (zwaar regiem), vandaar naar een berucht Buiten-Kommando, Langenstein Zwieberg, waar hij met veel anderen de dood bij de zeer zware arbeid vond. Hendrik Bos overleed naar alle waarschijnlijkheid op 31 januari 1945. Hij werd buiten het kamp gecremeerd.